In 2017 geeft vader in een gesprek met de wijkwerker aan dat hij graag wil dat er iemand met de kinderen komt spelen, omdat hij het zo druk heeft met de taalschool waar hij naar toe gaat en alles om het voeren van een huishouden heen. Hij geeft duidelijk aan dat hij echt niet weet hoe het allemaal moet en het opvoeden blijft moeilijk. Hij heeft nog steeds vragen: ‘ben ik te streng’; ‘wanneer moet ik nu straffen; ‘op welke wijze moet ik dit’; ‘hoe kan ik nu zorgen dat de kinderen op tijd op school komen, aangekleed en wel na een fatsoenlijk ontbijt’.
De wijkwerker overlegt met jeugdzorg en vanuit hen komt er weer een beschikking voor Vitree.
Voor het spelen met de kinderen overleg ik met de coördinator van de Stichting Bonanifatius Parochie of zij een vrijwilligster weet die met de kinderen kan spelen. Zij blijken een leuke jonge vrijwilligster te hebben die graag iets voor de statushouders wil doen. Samen gaan wij daar naar toe met de vrijwilligster om ze kennis te laten maken met het gezin. Het blijkt een goede match.
Zo langzamerhand is het netwerk van vader groter geworden, hij weet waar hij voor wat terecht kan, hij durft hulp te vragen, hij is actief als dirigent en stimuleert de kinderen om muziek te maken.